Spirituele doorbraakervaringen en innerlijke verrijking, waaronder in speelfilms!

Wake up, Neo!

The Matrix (1999)

Doorbraakervaringen, zoals bijvoorbeeld een mystieke ervaring of een bijna-doodervaring, zijn zeer belangrijke veroorzakers van veranderingen in de menselijke psyche en hebben aan de basis gestaan van de wereldculturen, aldus filosoof en theoloog Harry  Moody (1997).

Eigenlijk is het vreemd dat er tot nu toe zo weinig aandacht aan is besteed door de intellectuele bovenlaag. In het ergste geval worden ze als een vorm van psychopathologie gezien terwijl het misschien wel de meest heilzame ervaringen zijn die een mens in zijn of haar leven kan hebben, benadrukt Moody. Zo beschouwde William James dergelijke ervaringen als het meest accurate beeld dat we van de ziel kunnen krijgen, aldus Moody, die stelt dat één van de kenmerken van mystiek bewustzijn is dat de ervaring onuitsprekelijk is. Een moment van doorbraak laat ons zien dat de conventionele manieren waarop we hebben geleerd na te denken over godsdienst, geloof en God oppervlakkig en inadequaat zijn. Dat is de reden dat Paulus verwijst naar de openbaring tijdens zijn doorbraakervaring door middel van de uitdrukking “onuitspreekbaar geschenk”. Als we zo’n moment hebben beleefd,  begrijpen we opeens dat het gewone bewustzijn niet in staat is de raadselen van dit soort momenten te begrijpen; we zien in dat begrippen als eeuwigheid, God, liefde en dood alleen volkomen kunnen worden ervaren, aldus Moody.

Moody stelt dat het begrip “doorbraak” langzaam maar zeker uit de gratie is geraakt. Echter aan het einde van de jaren zestig, na een halve eeuw psychoanalyse, werd duidelijk dat de methoden van de psychotherapie allesbehalve een immer werkzaam wondermiddel waren, benadrukt hij. Freud had,  ten onrechte, al helemaal geen hoge pet op van mystieke ervaringen. Gelukkig komt de aandacht voor deze ervaringen weer terug. Hoewel sommigen beweren dat een dergelijke ervaring niet meer dan een trucje van de hersenen is, zijn er aanwijzingen vanuit de kwantumfysica dat ons bewustzijn wel degelijk kan bestaan buiten de hersenen om. Bernardo Kastrup (auteur, filosoof en computerwetenschapper)  benadrukt  dat we op aarde als het ware gedissocieerd zijn van een extra bewustzijnslaag, waar we als we sterven (of op aarde een doorbraakervaring hebben) weer mee in contact kunnen komen! Bovendien, en dat is misschien nog wel het belangrijkste, is dat mensen die tijdens hun leven een dergelijke ervaring hebben meegemaakt, nadien meer vanuit hun “hogere ik” oftewel vanuit universele waarden gaan leven, zoals liefde en dankbaarheid in plaats vanuit overlevingsemoties zoals angst en woede. Denk bijvoorbeeld aan Saulus die Paulus werd. Kortom, het is zowel een heilzame ervaring voor de betrokkene als voor de (kleinere of grotere) wereld waarin  hij of zij leeft.

Enkele voorbeelden van speelfilms waarin doorbraakervaringen een belangrijke rol spelen:

It is a Wonderful Life (1946), Jonathan Livingston Seagull (1973). A Christmas Carol (1997), The Matrix (1999), Groundhog Day (1993), Little Buddha (1993), The Trumanshow (1998), The Legend of Bagger Vance (2000), The Shack (2017).

 Bron:

 Passages van de ziel; de vijf fasen van spirituele ontwikkeling in de grote wereldreligies en in ons eigen leven op weg naar innerlijke verrijking. geschreven door de filosoof  H.R. Moody (1997

 

 

 

Het ontvouwen van de Levensboom

“Help each other. Love everyone. Every leaf. Every ray of light. Forgive.”

Mrs O’Brien in The Tree of Life (2011)

 De levensboom vertegenwoordigt het leven zelf en is een bron van al het andere leven dat elk organisch wezen nodig heeft. Door alle culturen en subculturen heen, zich uitstrekkend van de Maya’s tot de Kelten, is de levensboom door de eeuwen heen een terugkerend thema. Ook is dit archaïsche mystieke symbool terug te vinden in religie en mythologie. De veelvoudige vertakte vorm van de boom symboliseerde bescherming, schaduw, voeding, beschutting, vruchtbaarheid, geboorte, regeneratie, stabiliteit en continuïteit. De schijnbare wonderbaarlijke  altijd vernieuwende groei van de boom, van zaadkernel tot bloeiende of fruitdragende reus, werd gezien als een metafoor voor het proces van het menselijk leven zelf. Denk hierbij aan groei, ontwikkeling, extensie en ontvouwing. In relatie tot transformatie symboliseert de boom het opstijgen van de geest of bewustzijn, van de “aarde”, van het materiele natuurlichaam tot de “hemel” van geest-godsbewustzijn. Net als bomen zijn we “geworteld in de aarde en gekroond met licht”; ons wezen is gegrond in de onbewuste donkerte van de materie, groeit en breidt zichzelf uit door het leven heen en reikt omhoog in de “hogere” rijken van ons bewustzijn. De boom is bij uitstek een symbool van groei, vernieuwing en transformatie. Het beeld van de boom is zo krachtig en numineus dat we duidelijk te maken hebben met een archetype in Jungiaanse zin.

Binnen het Boeddhisme zou Gautama Boeddha “Inana” bereikt hebben als gevolg van langdurige meditatie onder een Bohdiboom. In de Noorse mythologie, wordt de levensboom Yggdrassil genoemd in de “Poëtische Edda”. De Yggdrasil vertakt zich door het universum en is tegelijkertijd ook het universum. Er wordt over gezegd dat de levensboom Yggdrasil de negen rijken bij elkaar houdt. In hoofdstuk 2, vers 9 in het boek Genesis, vertelt de Bijbel dat de Levensboom heilig is voor de tuin van Eden. Deze boom bevat de kennis van al het goede en kwade dat bestaat.

Ook in films zien we deze metafoor weer terug komen. Terrence Malick regisseerde The Tree of Life, een filosofisch meesterwerk waarbij hij de gehele menselijke ervaring uitlegt aan de hand van het leven van Jack, die de oudste zoon is van een familie. Jack moet  diverse worstelingen het hoofd bieden om een man te worden. De film The Tree of Life kan gezien worden als een reis waarin Jack probeert zich te verzoenen met zijn vader, maar waarbij hij ook moet leren omgaan met de moderne wereld terwijl hij tegelijkertijd zoekt naar de ware zin van het leven.

The Unfolding Self. Varieties of Transformative Experience (1998). Ralph Metzner. Origin Press.

 

Het integreren van het Wilde Dier

“But suppose your daemon settles in a shape you don’t like?”

“Well, then, you’re discontented, en’t you? There’s plenty of folk as’d like to have a lion as a daemon and they end up with a poodle. And till they learn to be satisfied with what they are, they’re going to be fretful about it. Waste of feeling, that is.”                                                                       

The Golden Compass (2007)

De betekenis van dieren of het dierlijke in het proces van ontwikkeling  van het menselijk  bewustzijn  is van essentieel belang. Van oudsher benadrukken wijsheidstradities dat het noodzakelijk is om in het reine te komen met ons dierlijke erfgoed; dit gebeurde meestal aan de hand van  metaforen en symbolen in rituelen en mythen. Volgens deze overleveringen beschikken we zowel over een menselijke als een dierlijke laag in onze psyche. Het Engelse woord animal is afgeleid van het Latijnse woord  anima dat “ziel” betekent. Helaas zijn tegenwoordig de menselijke en de dierlijke psyche  vaak óf gedissocieerd óf in conflict met elkaar. Deze dissociatieve conditie wordt gereflecteerd in het misbruik en de exploitatie van dieren in het wild door de “geciviliseerde” mensheid. Het is van groot belang  dat deze dualiteit verenigd en in een harmonieuze balans wordt gebracht. Enerzijds omdat dat belangrijk is voor onze eigen gezondheid en (spiritueel) welzijn, en anderzijds, wat minstens zo belangrijk is, voor het behoud van de (wereld)natuur.

Omdat in onze westerse cultuur dieren (of het dierlijke) vaak  ten onrechte als minderwaardig worden beschouwd, lijkt het vreemd dat we onze dierlijke natuur zouden moeten integreren. Echter, als we de bevindingen uit de evolutionaire biologie beschouwen, blijkt dat residuen van dierlijke evolutie aanwezig zijn in onze lichamen. Dit is met name het geval voor wat betreft ons brein en ons zenuwgestel die onze geest en ons gedrag diepgaand beïnvloeden. Om onszelf, homo sapiens, als een dierlijke soort te herkennen, is het van belang dat we andere dieren, zoals zoogdieren, reptielen en andere diersoorten (h)erkennen als de evolutionaire voorouders van de menselijke soort.

Deze nieuwe, meer respectvolle en gelijkwaardige relatie tussen mensen en dieren die in de huidige wetenschap naar voren komt is ook aanwezig als we kijken naar de symbolische verbeelding in traditionele folklore, mythologie en religie. Er is sprake van mythen die de belangrijke stadia in de evolutie benadrukken en er zijn beelden van scheppende goden die de vorm van dieren hebben. Wilde dieren werden gezien als vrienden en metgezellen, als bondgenoten, beschermers en gidsen die bijdragen aan heling en het verwerven van kennis. Mythen en legenden van over de hele wereld verhalen over mensen die in dieren transformeren en over dieren die menselijke kenmerken adopteren; van mensen die de taal van dieren verstaan en van dieren die de taal van de mensen spreken. Sjamanistische tradities spreken over mensen die wijsheid en helende krachten hebben verworven door dierlijke leraren. Ongeacht of in deze mythen dieren fysieke schepselen zijn, of een kracht, een beeld of een visie, dergelijke verhalen reflecteren een heel andere innerlijke relatie met de voornoemde schepselen in onze psychen, namelijk een houding van respect, dankbaarheid en kameraadschap.

De Zwitserse Jungiaanse psychologe Marie-Louise von Franz wees erop dat “de drang naar individuatie een waarachtig instinct is, waarschijnlijk het meest sterke van alle instincten.  Daarom verschijnt het allereerst als een dier, een spontane instinctieve kracht in ons onderbewuste”. Omdat individuatie een archetypisch proces is, lijkt het duidelijk dat we het archetype van het wilde schepsel in de menselijke psyche als een transpersoneel complex moeten erkennen op gelijke voet met de schaduw, de animus en de anima. Dit intrapsychische beeld kan de vorm van diverse dieren aannemen in iemands leven, of zelf half -mens, half dierlijke vormen. Om volledig geïntegreerd te worden is het belangrijk dat we  het dierlijke in ons zelf omarmen. Dan komt een geweldige kracht tot onze beschikking. Zie bijvoorbeeld Searching for the Ox: The Path to Enlightenment in 10 Pictures uit de zentraditie. Of lees De Ontembare Vrouw van Clarissa Pinkola Estes!

Ook in de filmiconografie zien we de dierlijke helper terug. Voorbeelden hiervan zijn Shreck (2001, V.S.), De Harry Potter films (2001-2011), The Golden Compass (2007, V.S.), How to Train Your Dragon (2010, V.S.), The Beauty and the Beast (2017, V.S.). Aanvullende tips die ik kreeg: de televisieserie Lucifer (2016-2021) (zie ook Hereniging met de innerlijke vijand) en de Japanse mangaserie Demon Slayer (2019-). En een hele recente film: Fantastic Beasts: The Secrets of Dumbledore (2022).

Bronnen onder meer:

The Unfolding Self. Varieties of Transformative Experience (1998). Ralph Metzner. Origin Press.

 

Reiniging door innerlijk vuur:

De vierde metafoor die het proces van het verkrijgen van een weidser bewustzijn beschrijft  gaat over “reiniging door innerlijk vuur”.  Ook deze metafoor is weer in diverse speelfilms aan te treffen!

 For the heart is an organ of fire, The  English patiënt,(1996)

Deze metafoor verwijst naar aan een proces van innerlijke reiniging dat de blokkades en   begrenzingen, die gerelateerd zijn aan een toestand van innerlijke verdeeldheid, als het ware “wegbrandt”. In de Divina Commedia van Dante wordt dit proces beschreven aan de hand van het Purgatorium, waar de helse staat van gevangenschap en innerlijke duisternis achtergelaten wordt. In de profetische boeken van het Oude Testament zijn er talloze toespelingen terug te vinden met betrekking tot de reinigende kracht van het vuur. God spreekt tot Mozes vanuit het brandende braambos en verschijnt aan de Egyptenaren in een pilaar van vuur. De profeet Elijah wordt opgenomen in een vurige strijdwagen (Koningen 2:11-12). En in het Thomasevangelie zegt Jezus “Iedereen die mij nabij is, is nabij het vuur en ieder die ver van mij is, is ver verwijderd van het Koninkrijk.” In het Hindoeïsme wordt dit proces gesymboliseerd door Shiva Nataraja, het beeld van de godheid die danst in een ring van vuur, terwijl hij trapt op een dwerg, wiens naam “vergetelheid” betekent. Aldus symboliseert Shiva Nataraja de kracht van het innerlijk vuur dat ons helpt om  onwetendheid te overstijgen, om wakker te worden en de beperkende obstakels, die ons ware potentieel in een dwergachtige toestand gevangen houdt, te overstijgen. In veel oude mythische tradities, in de alchemie en in sprookjes, ontmoeten we de archetypische figuur van de vuurspuwende slang of draak. Vaak gaat het om een draak die in een berg leeft, waar hij een schat bewaakt “een kostbare parel”. De vuurdraak belichaamt de creatieve krachten van de natuur. Voor de Europese alchemisten en ook voor de Chinese taoïsten en de meeste inheemse Sjamanistische inheemse culturen, zijn de wereld van de Geest en de wereld van de natuur verenigd, en niet gescheiden zoals in de Westers rationalistische mentaliteit.

Een belangrijk begrip met betrekking tot deze metafoor betreft de evolutionaire energie die onder meer bekend is onder de naam kundalini, maar ook  als Shakti, Durga, Elah, Shekinah of Athena en die door christelijke mystici heilige geest genoemd wordt. Dit betreft een bij de meeste mensen latent aanwezige oerbron van energie. Deze energie wordt wel voorgesteld als een slang die slapend opgerold ligt aan de basis van de ruggengraat (kundalini betekent opgerold). Als deze energie wordt opgewekt, en opstijgt langs de ruggengraat, hetgeen gepaard gaat met het openen van energiecentra of chakra’s brengt dit vaak een geestelijke transformatie teweeg. In allerlei (religieuze) tradities wordt naar dit proces verwezen, veelal op symbolische wijze. Bijvoorbeeld door de halo of de afbeelding van een energiepatroon, rond een ontwaakt wezen.  De onderscheidende factor in de voortgang, ontwikkeling en evolutie van bovengenoemde energie is ethiek. Daarom is het belangrijk om daar eerst mee aan de slag te gaan. Een voortijdig kundalini- ontwaken kan mensen (namelijk )uit balans brengen.

De psycholoog R. Metzner benadrukt  het volgende voor de gemiddelde persoon die een transformatieve ervaring ondergaat, of het nu spontaan is of als gevolg van therapie: “ besteed aandacht aan de pijn, leer ervan, onthoud je intentie in dit proces  en onthoud dat het een begin en een einde heeft. Bewust ervaren van een periode van purificatie kan ons helpen om een houding van nederigheid en ontvankelijkheid aan te leren, wanneer we de boodschappen van lichaam en psyche leren te begrijpen en hun signalen leren beschouwen als een gids om te groeien.”

Enkele voorbeelden van toepasselijke films en documentaires:

  • Sneeuwwitje (1937),
  • Doornroosje (1959/2002)
  • The Prince of Egypt (1998)
  • The Secret of Solomon’s Key revealed (2006)
  • Prince of Persia (2010),
  • Inner Worlds, Outer Worlds (2012)
  • Kundalini Awakened; Aura’s, Chakra’s and Light Energy (2013)
  • Cinderella (2015),
  • Awakening the Goddes: an exploration of kundalini (2017),
  • Spiritual Awakening: Journey tot he Inner Self (2021)

Leestip:

Ecce Homo; de beeldtaal van de Bijbel, Annermarie Wegh (2013), Nederlandse Auteurs Uitgeverij, Blaricum

Kundalini ontwaken; de zeven wondertekens & de vijf wijze meisjes, Annemarie Wegh (2015). Nederlandse Auteurs Uitgeverij, Blaricum.

Bronnen onder meer:

The Unfolding Self. Varieties of Transformative Experience (1998). Ralph Metzner. Origin Press.

 

 

 

Van gevangenschap naar bevrijding

Major Schlegel: Sign and you’ll go free.
Franz Jägerstätter: I am free already. 

A Hidden Life (2019)

Zie hieronder voor de derde metafoor met betrekking tot het verkrijgen van een weidser bewustzijn!

Ontsnapping uit een staat van (innerlijke) gevangenschap naar (innerlijke) bevrijding kan gezien worden als een van de meest consistente metaforen  met betrekking tot persoonstransformatie. Deze metafoor is niet alleen in mythen en teksten uit de oudheid aan te treffen, maar ook in psychologische geschriften van eigentijdse denkers (Metzner, R., 1998). En natuurlijk ook in eigentijdse speelfilms!
De beperkte en begrensde kwaliteit van ons normale bewustzijn, is aan ons allemaal bekend, aldus Metzner. We kunnen ons opgesloten voelen in een relatie, ons gebonden voelen aan verplichtingen of vereisten op het werk, gehecht zijn aan bezittingen, gefixeerd zijn op iemand die we begeren enzovoort. De bekende grotmetafoor van Plato (zie vorige blog) belichaamt zowel de metafoor van een illusoire naar een meer heldere waarneming, als die van gevangenschap naar bevrijding. Mythen met betrekking tot deze metafoor zijn onder meer de mythe van Prometheus die aan de rots vastgeketend zit, Jona in de buik van de walvis, Theseus die het spoor volgt naar de Minotaurus in het labyrint, Odin die hangt aan de wereldboom Yggdrasyl, Christus hangend aan het kruis en de zondaren in de Hel van Dante die ingekapseld zijn in boomstronken of vastgevroren zijn in ijsmeren. Metzner benadrukt dat mensen zich eerst moeten realiseren dat ze zich in een toestand van gevangenschap bevinden.

De transformatie van een toestand van gevangenschap naar een staat van bevrijding wordt gereflecteerd door het verschil tussen lot en bestemming. Het lot kan gezien worden als onvermijdelijk, gefixeerd en gebaseerd op het verleden. Bestemming daarentegen is toekomstgericht, vrij en flexibel: het  is gerelateerd aan het hebben van een doel, dat wat we kiezen om te doen of te zijn. We vervullen onze bestemming met behulp van onze vrije wil. Een goed voorbeeld van het bovenstaande is de Oostenrijkse neuroloog en psychiater alsook holocaustoverlevende Viktor E. Frankl die in zijn wereldberoemde boek De Zin van het Bestaan  (1946)  beschrijft hoe hij er in een uiterst beperkende en mensonterende situatie toch in slaagde een betekenisvol leven te leiden.

Het script van de film Groundhog Day (1993)  is geschreven door een zen-boeddhist, die op een  aansprekende manier aan de westerse ziel wilde laten zien, wat het begrip “verlichting” inhoudt. De film gaat over een narcistische weerman (Phil Connors) die dezelfde dag keer op keer opnieuw moet (be)leven. Pas na veel vallen en opstaan, komt hij tot het inzicht dat het er in het leven om gaat een liefdevol persoon te zijn, waardoor hij zich niet meer gevangen voelt en daardoor gelukkiger wordt dan ooit tevoren. In dit kader is het interessant om te weten dat de wet van de liefde ook wel de wet van de vrijheid wordt genoemd(!); omdat Phil (eindelijk) zijn begeertes en afkeren achter zich heeft gelaten ervaart hij uiteindelijk de gelukzalige toestand van in het nu te leven.

Andere films en documentaires waarin deze metafoor een belangrijke rol speelt zijn: Siddharta (1972), Gandhi (1982), Fury to Freedom (1985) Little Buddha (1993) The Shawshank Redemption, (1994) The Trumanshow (1998), The Matrix, (1999), Freedom Writers (2007). Die Eroberung der Innere Freiheit (2010), Mandela: Long Walk to Freedom (2013), Freedom Summer (2014), A Hidden Life (2019).

Leestip: Vrij zijn, waar je ook bent Thich Nath Hanh (2003). Een echte aanrader!

Bronnen onder meer:

The Unfolding Self. Varieties of Transformative Experience (1998). Ralph Metzner. Origin Press.

De universele symbooltaal in de speelfilm: 12 sleutelmetaforen

De taal van symbolen is de gemeenschappelijke taal van de mensheid. Het is de taal die we nog steeds gebruiken en begrijpen – in dromen, in poëzie en kunst, in de visies en stemmen die ons vertellen over het heilige en het mysterie (Ralph Metzner)

 In de vorige blog is, aan de hand van de Theorie van Positieve Desintegratie (Kazimierz Dabrowski), beschreven hoe ontwikkeling in de volwassenheid of persoonstransformatie er globaal en idealiter uitziet. In de volgende blogs komen twaalf sleutelmetaforen aan de orde die het proces van menselijke evolutionaire groei beschrijven. Deze keren niet alleen keer op keer terug in de wereldliteratuur en de heilige tradities van over de hele wereld, maar ook in speelfilms!

Deze metaforen (ook wel archetypen, dieptestructuren of primordiale beelden genoemd) kunnen dienen als wegwijzers op onze ontwikkelingsweg. Ze zijn niet alleen helpend voor mensen die er bewust voor kiezen om zichzelf te ontwikkelen, zoals monniken en nonnen of andere (spirituele) zoekers. Ook mensen die onverwacht met een crisis geconfronteerd worden en daardoor een onbekend (psychologisch) gebied betreden, kunnen baat hebben bij culturele bronnen, zoals bijvoorbeeld een speelfilm, waarin dergelijke metaforen voorkomen. Een goed voorbeeld hiervan is The Trumanshow (1998), die gebaseerd is op de mythe van de Grot van Plato. Hieronder volgt de eerste metafoor.

  1. Ontwaken uit de droom van de realiteit

Wake up, Neo (The Matrix)

Deze metafoor, die het proces van bewustwording beschrijft als een “ontwaken”, wordt aangetroffen in het Christendom, het Hindoeïsme, het Soefisme,  het Judaïsme en het gnosticisme. Ook is deze stijlfiguur  terug te vinden in een groot deel van de folklore, mythologie en literatuur en, zoals hierboven beschreven is, ook in de speelfilm. De ervaring van ontwaken wordt gekenmerkt door een uitgebreider bewustzijn, een meer objectieve perceptie van de realiteit en een groter gevoel van  in het hier en nu zijn. De filosoof Heraclites stelde al dat “Zij die slapen leven elk in een private wereld en zij die ontwaakt zijn leven in de ene Grote Wereld.’’ Wanneer iemand ontwaakt, is diegene zich niet alleen meer bewust van zowel diens meest innerlijke zelf, maar ook  van de wereld rondom zich heen; zo iemand staat meer in contact met het verleden alsook met toekomstige mogelijkheden. Religieuze, spirituele, maar ook wijsheidstradities benadrukken het belang van ontwaken omdat deze conditie niet alleen het individu zelf ten goede komt, maar ook de gemeenschap als geheel. Het kan hierbij zowel om een meer geleidelijk proces als om een plotseling ontwaken gaan, bijvoorbeeld door het meemaken van een levenscrisis.

Het onderstaande  gedicht, geschreven door astronaut en hoogleraar  Wubbo Ockels , na het doormaken van een zwaar hartinfarct, is een goed voorbeeld van de metafoor van ontwaken. Hierin is ook duidelijk te zien hoe hij, hiermee gepaard gaand, een grotere wereld ervaart (zie de opmerking van Heraclites).

Vanuit de kleine kamer van mijn bestaan
kijk ik met een observerende blik
naar dat wat zich achter glas bevindt
een scheiding van werelden
die vrijwel iedereen ontgaat
maar ik zie het als geen ander
hoe die wereld te klein kan voelen
te klein om weer naar terug te gaan
de angst de vorige onzin tegen te komen
de angst het mooie heldere gevoel
dat nu in elke hoek van mijn hersenen zit
te verliezen door de afleiding
van het dagelijks leven
tranen sluiten mijn observatie

Wubbo Ockels (2006)

Hieronder volgen een aantal films en documentaires waarin de metafoor van ontwaken uit de droom van de realiteit centraal staat.

  • Sneeuwwitje (1937. V.S)
  • Doornroosje (1959, V.S.)
  • Groundhog Day (1993, V.S.)
  • Little Buddha (1993, V.S.)
  • The Trumanshow (1998, V.S.)
  • Fight Club (1999, V.S.)
  • The Matrix (1999, V.S./Australië)
  • The Legend of Bagger Vance (2000, V.S)
  • Spring, Summer, Fall, Winter…and Spring (2003, Zuid-Korea)
  • The Island (2005, V.S.)
  • The Dhamma Brothers (2007, V.S.)
  • Inner Worlds, Outer Worlds (2012, Canada)
  • Awake the Life of Yogananda (2014, V.S.)
  • Samadhi (2017, Canada)
  • Samadhi: Part 2 – It’s Not What You Think (2018, Canada)
  • The Wisdom of Trauma (2021, Canada)

Bron onder meer:

The Unfolding Self. Varieties of Transformative Experience (1998). Ralph Metzner. Origin Press.

 

De speelfilm en de ontwikkeling van het Zelf 

‘No form of art goes beyond ordinary consciousness as film does, straight to our emotions, deep into the twilight room of the soul.’

Ingmar Bergman (filmregisseur)

De speelfilm staat in een oeroude traditie die zijn wortels heeft in de inwijdingen van het oude Egypte en Griekenland en zich vandaaruit via onder meer via mythen, middeleeuwse mystiek en sprookjes voortzet tot in de hedendaagse (waaronder de Jungiaanse en de positieve) psychologie.

Films kunnen ons helpen om ons in ons leven te oriënteren en om onszelf als mens, vooral emotioneel en spiritueel, te ontwikkelen. Volgens Frank Mc Connell weten we op een basaal niveau, als we een boek lezen of naar een film kijken, dat wij  de held of heldin zijn of zouden kúnnen zijn. Wij zijn Andy in The Shawshank Redemption, George Bailey in It is a Wonderful life, Eric Hazelhoff Roelfzema in Soldaat van Oranje of Antonia in de film Antonia. En uit al deze “alsof” zelven, allemaal versies van ons eigen zelf-in-wording, kunnen we een “beter” zelf worden, dan we waren voor we het boek lazen of er deelgenoot van werden door een film, aldus  McConnell .

Volgens MCConnell kunnen verhalen onze levens als het ware redden omdat we, afhankelijk van het soort verhaal waarin we ons bevinden, een zekere verantwoordelijkheid hebben, een zekere relatie, zowel met onszelf als met de mensen cq de wereld om ons heen. Wij zijn altijd een Held of een Heldin, maar in de verschillende “werelden” van het verhaal kunnen we verschillende soorten helden of heldinnen zijn. We kunnen onszelf bijvoorbeeld een slachtoffer (blijven) voelen van een situatie met alle (negatieve) gevolgen voor onszelf of onze omgeving of er (hoe moeilijk ook) een uitdaging in proberen te zien waaraan we onszelf kunnen ontwikkelen, hetgeen een heilzame invloed kan uitoefenen op ons geestelijk en lichamelijk welzijn, maar ook op onze relaties met anderen.

De vraag is dan natuurlijk hoe die ontwikkeling er (globaal )uit ziet. Persoonlijk vind ik het schema uit de Theorie van de Positieve Desintegratie (TPD) van de Poolse psycholoog en psychiater Kazimierz Dabrowski dat hieronder is afgebeeld in dit kader heel bruikbaar.

De ontwikkeling van individu tot persoonlijkheid

1.       Van lagere naar hogere waarden
2.       Van egocentrisch naar alterocentrisch (de ander centraal)
3.        Van impulsief en reflexmatig naar reflectief en zelfgestuurd
4.       Van “socializen” naar sterk betrokken zijn bij anderen
5.       Van gericht zijn op sociale normen naar gericht zijn op idealen
6.       Van automatisch naar autonoom gedrag
7.       Van conformistisch naar authentiek gedrag
8.       Van relativisme van waarden naar een universele hiërarchie van waarden
9.       Van imitatie naar creatief gedrag
10.     Van  bepaald door erfelijkheid en omgeving naar zelfbepaald leven
11.      Van traditionele religie (bescherming, macht) naar eigen mystieke          ervaringen
12.      Van voorwaardelijke en zelfzoekende liefde naar allesomvattende liefde

Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Theorie_van_positieve_desintegratie) voor meer informatie over deze theorie.

Voor de liefhebbers: In de film The Tale of  the Prinses Kaguya  (2014)  zijn allerlei aspecten van de TPD terug te vinden.

Bronnen onder meer:

McConnell, F. (1979). Storytelling en Mythmaking: images from film and literature. New York: Oxford Press.

Hammann, J. (2007). Die Heldenreise im Film. Frankfurt am Main: Zweitausendeins.

Robert W. Sullivan (2017). Cinema Symbolism: A guide to esoteric imagery in popular movies (second edition). Deadwood Publishing.

 

 

 

24 positieve psychologiekwaliteiten voor meer levensgeluk

In deze blog komen 24 kwaliteiten aan de orde die, als je er mee aan de slag gaat, onder andere kunnen leiden tot 1) meer positieve emoties, 2) betrokkenheid, 3) positieve relaties, 4) een betekenisvol leven en 5) het bereiken van doelen. In de volgende blogs zullen deze kwaliteiten, die ook in veel speelfilms aan te treffen zijn, één voor één verder uitgewerkt worden, met voorbeelden van speelfilms erbij.

Als we kijken over een periode van meer dan 3000 jaar dan valt op dat er in zo’n 200 culturele bronnen van over de hele wereld steeds zes deugden of domeinen aangetroffen worden: 1) wijsheid en kennis, 2) moed, 3) menselijkheid, 4) gematigdheid, 5) rechtvaardigheid en 6) transcendentie (overstijging). Deze bronnen variëren van de Bijbel tot de filosofie van Aristoteles, de geschriften van Benjamin Franklin en de Samoerai code. Seligman (2002) stelde op basis van voornoemde domeinen een lijst samen met 24 menselijke kernkwaliteiten. Deze zullen hieronder uitgewerkt worden.

1. Wijsheid en kennis (cognitieve vaardigheden die het verwerven en gebruiken van kennis bevorderen):

  • creatief zijn
  • nieuwsgierig zijn (in de goede zin van het woord)
  • een open houding hebben, dingen van alle kanten kunnen bekijken
  • leergierig zijn
  • perspectief zien, goed advies aan anderen kunnen geven

2. Moed ( kwaliteiten die ervoor zorgen dat het doel ondanks tegenwerking wordt behaald):

  • moedig zijn
  • volhardend zijn ondanks obstakels
  • integer zijn en verantwoordelijkheid nemen voor eigen emoties en gedrag
  • levendig, energiek en vitaal zijn

3. Menselijkheid (zachtheid, mededogen)

  • liefdevol zijn en waardering uiten in relaties met anderen
  • vriendelijk zijn en goede dingen voor anderen doen
  • sociaal intelligent zijn en je kunnen inleven in de motieven en emoties van anderen

4. Rechtvaardigheid (kwaliteiten die zorgen voor een gezond sociaal leven);

  • rechtschapen zijn en loyaal zijn aan de groep waartoe iemand behoort
  • eerlijk en fair zijn en iedereen gelijk behandelen
  • leiderschapskwaliteiten hebben en anderen aanmoedigen

5. Zelfbeheersing (kwaliteiten die beschermen tegen excessen):

  • vergevingsgezind zijn en accepteren dat anderen tekortkomingen hebben
  • bescheiden zijn
  • voorzichtig zijn en geen onnodige risico’s nemen
  • zelfcontrole hebben over emoties en gedrag

6. Transcendentie (kwaliteiten die verbinden met het universum en zorgen voor zingeving):

  • kunnen genieten van de mooie en bijzondere dingen van het leven
  • dankbaar zijn en de tijd nemen om dit uit te drukken
  • hoop hebben, het beste van de toekomst verwachten en daaraan werken
  • humor hebben en de lichte kant van het leven kunnen zien
  • spiritueel zijn en geloven in een hoger doel en de zin van het bestaan

Voor de liefhebbers twee opdrachten:

1). Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat er bepaalde kwaliteiten zijn die in (zeer) hoge mate verbonden zijn met welbevinden, te weten vitaliteit, hoop, liefde, dankbaarheid en nieuwsgierigheid. Dit worden ook wel de levenssatisfactiekwaliteiten genoemd. Ga voor jezelf na welke kwaliteiten je hiervan bij jezelf herkent. Echter, ook de andere kwaliteiten zijn verbonden aan welbevinden. Kijk welke 5 à 6 kwaliteiten kenmerkend voor je zijn en/of waar je mee aan de slag wilt en probeer die zoveel mogelijk zowel privé als op het werk in te zetten. Eventueel kun je een en ander bijhouden in een dagboek.

2). Het ‘spotten’ van positieve psychologie kwaliteiten. Meestal gaat het in films, net zoals in het echte leven, om een combinatie van kwaliteiten. Hieronder worden enkele films genoemd die meerdere domeinen en kwaliteiten in bijzonder sterke mate bevatten. Ga voor jezelf na welke je daarvan in de volgende films herkent. The Matrix Trilogy (1999), Amélie (2001), The Pursuit of Happines (2006), Ghandi (1982), Charlie and the Chocolate Factory (2005) en The Wizard of Oz (1939).

Bronnen:

Positive Psychology at the Movies 2. Using Films to Build Characterstrenghts and Well-Being. 2nd Edition. Niemiec, R.M., Wedding, D. (2014). Boston: Hogrefe Publishers.
Positieve Psychologie in de Praktijk. Bannink, F. (2011). Amsterdam: Hogrefe Uitgevers.
Seligman, M.E.P. (2002) Authentic Happiness. New York: Free Press.

Filmverhalen doen ertoe

(Film)verhalen doen ertoe; ze doen er zelfs heel erg toe, omdat ze de beste manier zijn om ons leven te redden
F. MConnell, 1979

Op het eerste gezicht klinkt dat misschien vreemd, maar bij nadere beschouwing gaat het hier over iets heel wezenlijks. Wij zijn de helden in ons eigen levensverhaal. Het soort verhaal dat we onszelf over onszelf vertellen heeft veel te maken met de soort persoon die we zijn en die we kunnen worden. Als we een boek lezen of een film zien gaat dat uiteraard over andere mensen of fictieve figuren, maar op een diep niveau realiseren we ons dat wij ook die helden zijn of kunnen worden (McConnell, 1979).

Kortom, als een film ons echt raakt, wórden we de hoofdpersoon, in elk geval gedurende de tijd dat we naar de film kijken. Soms werkt een film zelfs in die mate door dat die ons wezenlijk verandert waardoor we uiteindelijk anders, in de zin van bewuster, in het leven komen te staan. Het gaat hierbij natuurlijk met name om films die een appèl op ons doen om de beste versie van onszelf te worden.

Maar hoe ziet die ontwikkeling voor wat betreft het worden van de beste versie van onszelf er nu globaal uit? Hieronder wordt het model van de psycholoog en psychiater K. Dabrowski (1902-1980) beschreven dat weergeeft hoe de ontwikkeling van individu naar persoonlijkheid eruit ziet. Deze ontwikkeling wordt vaak pas in gang gezet na het doormaken van een crisis. In veel films maakt de hoofdpersoon dan ook een crisis door waarbij er op hem of haar een appèl wordt gedaan om “wakker” te worden, wat te maken heeft met een bepaalde manier van in het leven staan, die je zielsbewust zou kunnen noemen.

De ontwikkeling van individu tot persoonlijkheid (K. Dabrowski)

  • van lagere naar hogere waarden
  • van egocentrisch naar alterocentrisch (de ander centraal) ¹
  • van impulsief en reflexmatig naar reflectief en zelfgestuurd
  • van “socializen” naar sterk betrokken zijn bij anderen
  • van gericht zijn op sociale normen naar gericht zijn op idealen
  • van automatisch naar autonoom gedrag
  • van conformistisch naar authentiek gedrag
  • van relativisme van waarden naar universele hiërarchie van waarden
  • van imitatie naar creatief gedrag
  • van bepaald door erfelijkheid en omgeving naar zelfbepaald leven
  • van traditionele religie (bescherming, macht) naar eigen mystieke ervaringen
  • van voorwaardelijke en zelfzoekende liefde naar allesomvattende liefde

¹ Natuurlijk is het ook belangrijk om er voldoende voor jezelf te kunnen zijn, anders kun je er ook niet voor anderen zijn. Pas dan helpt anderen goed doen ook om onszelf goed te voelen. Een absolute aanrader in dit kader is de film Groundhog Day (1993), waarbij we zien hoe Phil gelukkig wordt door anderen te helpen.

Voor de liefhebbers twee oefeningen

  1. Bekijk een film en kijk welke van de bovenstaande zaken in de film aan te treffen zijn. Hierbij wat (klassieke) aanraders:
    Fictie: The Trumanshow (1998), The Matrix (1999), Groundhog Day (1993)
    Non-fictie: Ghandi (1982)
  2. Probeer je voor te stellen dat je, over hopelijk pas vele jaren, op je sterfbed ligt. Stel je voor hoe je op dat moment zult wensen te hebben geleefd. Wat is echt van belang? Wat zou je besluiten te veranderen of anders te doen? Begin er indien mogelijk vandaag nog mee!

Bronnen:

McConnell, F. (1979). Storytelling and Mythmaking: Images from Film and Literature. New York. Oxford Press.
K. Dabrowski: https://nl.wikipedia.org/wiki/Theorie_van_positieve_desintegratie.
Solomon. L.D. (2001). Het Joodse Boek van Leven en Sterven. Kosmos-Z&K Uitgevers B.V. Utrecht.